maandag 1 april 2013

Paashaas



‘Ik wil een konijntje, ik wil zozozozo graag een konijntje. Maar, we hebben geen tuin, he mama, dus we kunnen nooit een konijntje hebben.’

In de grote blauwe ogen van haar dochter blonken tranen. Ze wou zo graag iets beloven, een tuin, een konijn, een paard als het moest, maar ze moest realistisch blijven.

‘Maar meisje toch’, troostte ze, zoals alleen een moeder kon troosten, ‘we hebben toch Blub.’
Ze keek naar de ronde kom met de neurotische goudvis, en realiseerde zich dat dat toch niet hetzelfde was.
‘Dat is niet hetzelfde, mama’ - Hup daar had je het - ‘Ik kan Blub niet aaien, of pakken en en en ik wil zo graag en kohohohonijijijn.’
Ze streek haar dochter over haar haartjes, en zuchtte.
‘Ik zal mijn best doen.’
Het kind sprong van haar schoot, en lachte door haar tranen heen.
‘Je bent de liefste mama van de hele wereld.’

Nog diezelfde avond had de moeder een verrassing.
‘Kom eens kijken, schat.’
Het kind haar glimlach verstijfde op haar gezicht.
‘Smakelijk, meisje. Konijn, speciaal voor jou. Wil je het graag een naam geven, of eet je het anoniem op?’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten